Het doel van het onderzoek is inzicht verwerven in de incidentie en trends van het aantal mensen dat zich bij de huisarts meldt met (huid)klachten, veroorzaakt door de brandharen van de eikenprocessierups (EPR) (periode 2012-2014). Uitgangspunt was om gemeenten inzicht te geven in de vraag hoe groot de last op de algemene gezondheidszorg kan zijn en in hoeverre deze toeneemt (of niet). Dit kan hun keuzes rondom beheersing en bestrijding van de EPR ondersteunen.
Er is gebruikgemaakt van de NIVEL-peilstations bij huisartsen, verspreid over Nederland. In de registratiemodule van de peilstations is voor de jaren 2012, 2013 en 2014 een rubriek Eikenprocessierups opgenomen. Om zicht te krijgen in de lokale plaagdruk is na ieder plaagseizoen een vragenlijst verstuurd aan alle gemeenten met een peilstation. Daarnaast zijn in 2012 twee EPR-gerelateerde vragen opgenomen in de GGD-gezondheidsmonitor voor volwassenen in Overijssel (19 jaar en ouder). De resultaten van de registratie bij de peilstations zijn in het eindrapport vergeleken met de resultaten van de opname van EPR-gerelateerde vragen in de Gezondheidsmonitor Overijssel.
Uit de resultaten van de registratie van de NIVEL-peilstations blijkt dat het aantal EPR-gerelateerde klachten bij huisartsen voor Nederland geschat wordt op 1700 tot 2500. De resultaten van de GGD-gezondheidsmonitor voor volwassenen in Overijssel (2012) geven een ander beeld. Hieruit blijkt dat in 2012 ruim 12.000 Overijsselse inwoners aangeven naar de huisarts te zijn geweest met gezondheidsklachten door de EPR.
Er is een indicatie dat de EPR een verhoogd beroep kan doen op de lokale gezondheidszorg en dat dit afhankelijk is van de lokale plaagdruk, de bekendheid en ervaring met de rups.
Verder:
20401000001