Het is belangrijk om te voorkomen dat de depressieproblematiek bij jeugd toeneemt. Dit onderzoek inventariseert allereerst hoe vaak depressie bij jongeren voorkomt, en welke de oorzaken die problematiek heeft. Hoe ziet het lokale aanbod op het gebied van depressiepreventie voor jongeren eruit? En zijn er mogelijkheden om de toeleiding naar die zorg te verbeteren?
De bestaande problematiek wordt in kaart gebracht aan de hand van literatuuronderzoek, data-analyse en interviews met contactpersonen van diverse regionale en gemeentelijke (zorg)instellingen, scholen voor voortgezet onderwijs en hulpverleners. Ook wordt geïnventariseerd op welke manier jongeren met depressieve gevoelens momenteel worden toegeleid naar zorg, en of hierin nog verbeteringen kunnen worden aangebracht.
Uit het onderzoek blijkt dat om depressie bij jongeren te voorkómen het beste kan worden uitgegaan van een integrale aanpak, waarbij het vergroten van de zelfredzaamheid voorop staat. Dat betekent dat zoveel mogelijk wordt geïnvesteerd in de universele en selectieve preventie, waarin de gemeente een belangrijke regiefunctie heeft. Hierbij staat centraal dat jongeren worden gestimuleerd om op eigen kracht gezond te kunnen leven. Waar nodig wordt tijdig bijgestuurd door hulp te bieden zonder dat er meteen geproblematiseerd wordt. Hierbij kan gedacht worden aan het versterken van de ouders in hun eigen kracht, het versterken van de scholen bij signaleren en doorverwijzen en het verlagen van drempels in de keten van doorverwijzing naar preventieve interventies.
De gemeenten nemen het thema mee in de op te stellen nota lokaal gezondheidsbeleid en de jeugdagenda. Concrete uitwerkingen zullen later dit jaar worden opgenomen in het uitvoeringsprogramma.
204000020