Dit betreft een exploratief onderzoek naar de opvattingen van ambtenaren uit de WMO-praktijk over het aanspreken van de ‘Eigen kracht’ van cliënten en de ethische dilemma’s die daarbij aan de orde komen. De vraag hoe ver een beroepskracht mag gaan in het aanspreken en stimuleren van de ‘Eigen kracht’ van burgers staat hierbij centraal en moet resulteren in een kaderdocument voor de WMO-praktijk. De laatste jaren ligt de nadruk namelijk steeds meer op zelfredzaamheid van burgers, wat soms als moeilijk wordt ervaren door WMO-consulenten.
Voor het onderzoek zijn diepteinterviews met respondenten werkzaam binnen de WMO-praktijk afgenomen.
De belangrijkste factoren bleken: het belang van een open gesprek, het in kaart brengen van de gehele situatie, het belang van bewustwording en goede scholing, de vrijblijvendheid van burgers en het in acht nemen van verschillende overwegingen. Het belang van maatwerk werd duidelijk, waarbij verder moet worden gekeken dan het aangedragen probleem. Daarnaast is een beeld van de huidige praktijk geschetst en zijn dilemma’s naar voren gekomen met betrekking tot ‘eigen kracht’; de gemeente Leiden zou daarover meer informatie moeten verzorgen.